Gisteravond 7 uur trok het muziekgezelschap van den Houthandel Walcheren al spelende van het schaftlokaal naar den hoek van den Seissingel en den Seisweg om de onthulling van de aldaar opgehangen klok op te luisteren. (…) Hierna werd het doek weggetrokken en vertoonde de klok zich aan de aanwezigen. Het is een klok met aan beide zijden een groot, des avonds electrisch verlicht wijzerbord. (…) De klok is door een ornament van ijzer aan den hoek van het huis van den heer P.A. Pieters verbonden waarin een plaquette met het borstbeeld der Koningin is aangebracht. Na de onthulling stelde de heer Matthijsse een driewerf hoerah op de Koningin in, waarmede de aanwezigen spontaan instemden
De Zeeuw, 7 september 1923, p. 2
Krap negen jaar nadat P.J. Wijtenburg de eerste autogarage opende aan de Lange Delft, besluit ook P.A. Pieters in 1920 de overstap te maken op de automobielverkoop. Of nou ja, overstap. Zoals vaker in de begintijd, is het houden van een autogarage nog een bijzaak: smederij Pieters is vooral ‘ruim voorzien van haarden, kachels, geëmailleerde fornuizen enz.’ (De Faam, 8 oktober 1919, p. 4). Ook smid Bliek aan het Noordplein (huidige linkerzijvleugel van verpleeghuis ’t Gasthuis) vond de stap naar de autoverkoop een logische.
Pioneren met de automobiel
In 1910 werd de smederij annex fietsenzaak van C.P. Gilde aan de Seissingel R 71-73 overgenomen door Pieters en een compagnon. Waar Pieters pioneerde met de automobiel, deed voorganger Kees Gilde dat met de fiets. Om Middelburg kennis te laten maken met de fiets, liet Gilde in april 1896 aan de Jodengang een houten baan bouwen van 1800 m2.
Voor Pieters was het dus tijd om de Middelburgse bevolking klaar te stomen voor het volgende fenomeen: de auto. Toch zal hij hier minder kopers mee trekken dan zijn voorganger dat deed met de fiets. Voor de gewone consument is een auto dan nog niet bereikbaar. Menig Walchenaar zal in de jaren twintig met grote ogen langs de autogarage gelopen zijn. De garage stond op de hoek van de Seissingel/Seisweg, in het verlengde van de inmiddels verplaatste Seisbuitenbrug. Zo’n nieuwe ontwikkeling als de automobiel sprak tot de verbeelding.
Citroën Film Voorstellingen
Halverwege de jaren twintig verwerft Pieters het dealerschap van Citroën. Een heuse Citroënkaravaan trekt op een lentedag in 1925 door de provincie, om de nieuwe types te promoten en uit te proberen. Omdat het een lange dag was geweest, is er geen tijd meer om door de binnenstad van Middelburg te rijden. ‘Er werd daarom direct door gereden naar de Garage van den distrits-agent, den heer P.A. Pieters, aan den Seissingel. Hier werden de wagens zoo spoedig mogelijk schoon gemaakt en toen opgesteld in de garage om belangstellenden in de gelegenheid te stellen ze rustig te bekijken waarvan door velen een dankbaar gebruik werd gemaakt.’ (Middelburgsche Courant, 9 mei 1925, p. 5).
De filmvoorstellingen van 1935 waren een andere manier om de Citroënmodellen bij het publiek bekend te maken. In de Electro Bioscoop aan de Markt konden films bekeken worden over de (dan nog jonge) geschiedenis van de auto en de expedities met Citroëns in Centraal-Afrika. Ongetwijfeld zal er een gloednieuwe, fraai opgepoetste Citroën op de Markt hebben gestaan.
Sloop
De garage wordt in 1935 verkocht aan de heren Mullié & Kunst. Zij zullen de zaak tot 1969 openhouden. De Middelburgse garage M. De Dreu & Co verkopen er vanaf dan ‘gebruikte wagens’ (PZC, 6 december 1969, p. 10). In 1972 worden de panden gesloopt na een brand. Vandaag de dag staan op deze plek een parkeerplaats en plantsoen.
